In de zomer van 2009 laat Waterschap Zeeuwse Eilanden de maalkom en uitwateringssluis van gemaal De Piet restaureren. Het betreft de tweede fase in de renovatie van het complex, gelegen ten oosten van Wolphaartsdijk. Vorig jaar werd al het metselwerk van het instroomgedeelte en het gewelf onder het gemaal hersteld en het krooshek vervangen. Het gemaal is een rijksmonument vanwege de grote cultuurhistorische en landschappelijke waarde die het gebouw, samen met de in- en uitlaatkommen, het krooshek en de nog oudere uitwateringssluis heeft. Tijdens de renovatie is het gewelf en leidingenstelsel onder het gemaal goed zichtbaar.
Gemaal De Piet bestaat uit meerdere onderdelen. Het overtollige water uit de polders wordt via leidingenstelsels afgevoerd naar het kreekrestant Westerschenge, dat als binnenboezem dient. Van daaruit wordt het water door pompen via het krooshek in de kom tussen het machinegebouw en de sluis gepompt zodat het via een uitlaatkoker naar de uitwateringssluis richting Veerse Meer stroomt. De pomp en de bijbehorende motor staan opgesteld in het machinegebouw en zijn inmiddels meerdere keren vervangen.
Ten behoeve van de werkzaamheden is de maalkom en het machinegebouw drooggezet. Een mobiele pomp zorgt tijdelijk voor de afvoer van het polderwater, waarbij de leidingen over de dijk zijn gelegd en twee wegen, voorlangs de dijk de weg genaamd ‘Sluis de Piet’ en hogerop de Pietweg, zijn afgesloten. De uitwateringssluis stamt uit 1874, het machinegebouw en de omliggende werken uit 1917-1918.
Uitwateringssluis (1874)
De uitwateringssluis werd aangelegd in 1874. In dat jaar werd de Schengepolder bedijkt, waardoor zes omliggende polders hun overtollige binnenwater niet meer op het tot dan toe nog open westelijk deel van de Schenge konden afvoeren. Aan het tegelijkertijd aangelegde haventje De Piet aan de westzijde van de Schengepolder werd daarom een nieuwe uitwateringssluis gebouwd. Met deze suatiesluis werd het water uit dertig achterliggende polders met een totale oppervlakte van circa 5500 hectare land naar buiten gebracht. Naast de Schengepolder zelf waren dat negen achtergelegen polders en de twintig polders van het Waterschap ’s-Heer Arendskerke.
Voor het beheer van de uitwateringssluis werd een afzonderlijk waterschap ingesteld, het “Waterschap voor uitwatering door de Sluis in de Piet”. Hierin namen de twintig polders naar evenredigheid deel. Bij Koninklijk Besluit van 29 december 1874 nr 60 werd het bijzonder reglement van dit nieuwe waterschap vastgesteld. De taak van het waterschap was het bestuur en onderhoud van de waterleidingen, de duikers en heulen in de Schengepolder waardoor het water van de aangesloten polders en waterschappen werd afgevoerd, de suatiesluis en buitengeul in de Schenge, de los- en laadplaats en andere werken bij de sluis, de sluiswachterswoning en de werken ten dienste van de gemeenschappelijke uitwatering.
Hulpstoomgemaal (1912-1913)
De suatiegeul in de Westerschenge verzandde echter, waardoor de afwatering verslechterde. Na het niet doorgaan van diverse verbeteringsplannen werd in 1912 besloten een tijdelijk hulpstoomgemaal bij de sluis te plaatsen, dat in 1913 in werking werd gesteld. De pomp had een capaciteit van 70 m3 waterverplaatsing per minuut en werd aangedreven door een locomobiel, een verplaatsbare installatie bestaande uit een vlampijpketel en een stoommachine, opgesteld in een houten keetje. Tegelijkertijd werd de kostenverdeling op een meer evenredige wijze over de belanghebbende polders verdeeld.
Motor- en stoomgemaal (1917-1918)
Al snel bleek de capaciteit van het hulpgemaal te klein en kwam er een volwaardig gemaal met een drie maal grotere capaciteit. In het machinegebouw was ruimte voor twee centrifugaalpompen, geleverd door Stork. Eén zou aangedreven worden door een stoommachine (de locomobiel van het oude hulpstoomgemaal), de andere door een Bronsmotor. Samen zouden de pompen 225 m3 water per uur kunnen verplaatsen. Als brandstof konden zowel ruwe olie als steenkool gebruikt worden, afhankelijk van de prijsontwikkeling. Naast het machinegebouw werden twee dienstwoningen gebouwd. De aanbestedingen vonden plaats in februari en maart 1917. Het ontwerp was Marinus Pieter de Looff (1874-1926), waterbouwkundig ambtenaar van het Waterschap De Brede Watering bewesten Yerseke.
De bouw van het gemaal werd door een aaneenschakeling van tegenslagen ernstig vertraagd: de aannemer werkte niet door en moest uiteindelijk worden vervangen, materiaalschaarste als gevolg van de Eerste Wereldoorlog, een doorbraak in de kistdam in de bouwput, onderloopsheid van het gemaal en een verkeerde plaatsing van de funderingsbouten. Tegelijkertijd kwamen er uit de achterliggende polders veel klachten over het te vele water dat niet werd afgevoerd, wat nog eens werd verergerd door het natte najaar van 1917. Pas in het voorjaar van 1918 kon het gemaal in bedrijf worden gesteld.
In 1928 werd een centrifugaalpomp bijgeplaatst, aangedreven door een 3 cilinder dieselmotor, beide geleverd door Stork-Werkspoor. Hiervoor was het noodzakelijk het hoofdgebouw aan de rechterzijde met één travee uit te breiden. Tegelijkertijd werden een aanbouw aan de achtergevel en de schoorsteen gesloopt. De Werkspoor dieselmotor staat nog steeds als museumstuk in het gemaal opgesteld. De stoommachine werd in 1936 vervangen door een elektromotor, die achtereenvolgens in 1972 en 2006 weer werd vervangen door modernere exemplaren.
Rijksmonument
In 1995 werden gemaal De Piet en de uitwateringssluis opgenomen in het Monumenten Selectie Project (MSP) van de Provincie Zeeland. In 1996 verkregen beide de status van Rijksmonument en werden ingeschreven in het Register van Rijksmonumenten onder monumentnummers 507854 en 57855. De Nederlandse Gemalen Stichting (NGS) nam gemaal De Piet in 2001, samen met gemaal Boreel in Middelburg, op in het register van historische gemalen. Een bordje op de voorgevel van het gemaal herinnert hieraan. De NGS is in 1987 opgericht met als doel historische bemalingsinrichtingen te behouden. De Piet en Boreel staan hiermee op gelijke voet met bekende gemalen als Cruquius in de Haarlemmermeer en het ir. D.F. Woudagemaal in Lemmer.
Gemaal De Piet ligt in de uiterste zuidwesthoek van het grondgebied van de voormalige Gemeente Wolphaartsdijk, sinds 1 januari 1970 onderdeel van de Gemeente Goes. Hemelsbreed ligt het echter dichter bij Lewedorp, in het gedeelte van de voormalige Gemeente ’s-Heer Arendskerke dat sinds 1970 tot de Gemeente Borsele behoort. Ook omdat het gemaal juist was bestemd voor de afvoer van het binnenwater uit de polders rond Lewedorp en ’s-Heer Arendskerke, waaronder met name de Kraaijertpolders, wordt als plaatsbepaling van het gemaal vaak Lewedorp gebruikt. In de advertentietekst van de aanbesteding uit 1917 werd de ligging omschreven als “1,5 uur lopen van station Noord-Kraaijert” (het latere Lewedorp).
Negende stoomgemaal
Gemaal De Piet werd bij de aanbesteding betiteld als een ‘motor- en stoomgemaal’ en bevond zich daarmee in een overgangsfase. Het was het negende en laatste stoomgemaal dat in Zeeland werd gebouwd. Er hebben er vier op Schouwen-Duiveland gestaan, drie op Tholen en twee op Zuid-Beveland. Van de negen zijn er inmiddels drie gesloopt, de overige zijn geheel of gedeeltelijk bewaard gebleven:
– ‘Schouwen’, Heerenkeet/Flauwers, Kerkwerve (1877)
– ‘Viane’, Ouwerkerk (1878)
– ‘Drie Grote Polders’, Oud-Vossemeer (1900)
– ‘De Vrije Polders’, Tholen (1906)
– ‘Oosterschelde’, Poortvliet (1910)
– ‘De Piet’, Wolphaartsdijk (1917)
Stoomgemalen in Zeeland weergeven op een grotere kaart
Bronnen:
- Bericht Anno 1874 in de PZC van 28 april 2009
- Bericht Niet elke verrassing is aangenaam in de PZC van 2 juli 2008
- Bericht Gemaal De Piet buiten bedrijf voor grootse renovatie in de PZC van 31 mei 2008
- Bericht Waterschap wil opknapbeurt gemaal De Piet in de PZC van 29 september 2005
- Beschrijving van Gemaal De Piet op de website van de De Nederlandse Gemalen Stichting (NGS)
- Beschrijving van het archief van het Waterschap voor uitwatering door de Sluis in de Piet in het Zeeuws Archief
- Rijksmonumentenregister, beschrijving monumentnummers 507854 [met onjuist bouwjaar] en 507855
- M.H. Wilderom, Tussen Afsluitdammen en Deltadijken. Deel III: Midden-Zeeland (Walcheren en Zuid-Beveland) (Vlissingen 1968), p. 312-314
- ‘Stoomgemaal’, in: Encyclopedie van Zeeland. Deel III (Middelburg 1984), p. 133
- H. Kool, ‘Waarom was de Piet nodig? Monumentale gemalen (III)’, in: Waterwerker. Informatief magazine van Waterschap Zeeuwse Eilanden, september 1996, p. 14-15
- ‘Twee unieke gemalen: Boreel en De Piet’, in: Waterwerker. Informatief magazine van Waterschap Zeeuwse Eilanden, maart 2001, p. 11
- J.L. Kool-Blokland, Van Bath tot Banjaard. Waterschap Noord- en Zuid-Beveland 1980-1995 (Middelburg 1997), p. 77-78
- Bureau Voorlichting Gemeente Goes, Monumenten en water. Goes, monumentenstad. Open Monumentendag zaterdag 9 september 2000, folder (2000)