Opjaagstation Kortgene terug in gebruik

De grootste uitdaging bij het behoud van industrieel erfgoed is het vinden van een geschikte herbestemming. Ook voor het opjaagstation aan de Prinsendijk in Kortgene was acht jaar lang geen nieuwe functie te vinden. Totdat voormalig eigenaar Delta de oplossing bracht. Komende zomer gaat het opvallende gebouw weer doen waar het goed in was: het op druk houden van het waterleidingnet van Noord-Beveland. Zo is het behoud van de meest unieke opjager van Nederland, met zijn bakstenen gevels met diagonaal siermetselwerk en een golvend betonnen dak, weer voor jaren gegarandeerd.

Opjaagstation aan de Prinsendijk te KortgeneDe PZC doet vandaag verslag van de werkzaamheden die er voor moeten zorgen dat de opjager na acht jaar stilstand weer in gebruik genomen kan worden. De leidingen, aansluitingen en het trappenstelsel van het gebouw worden vernieuwd en er wordt een nieuwe pomp geplaatst. Daarmee gaat het gebouw vooral tijdens de zomermaanden weer een rol spelen in de Noordbevelandse drinkwatervoorziening. Door de droogte en het toerisme bleek dat er dan meer water nodig is dan in de rest van het jaar. Om deze piekcapaciteit te kunnen garanderen, besloot nutsbedrijf Delta de opjager terug te kopen en opnieuw in bedrijf te stellen.

Vanaf 1990 was er al sprake van mogelijke verkoop van enkele buiten gebruik gestelde watertorens. In de daarop volgende jaren kwamen ook afgedankte opjaagstations in de aanbieding. Op oudejaarsdag 1994 verscheen een grote advertentie in de PZC waarin Delta de watertorens van Terneuzen en Goes en drie opjagers op Noord-Beveland bij inschrijving te koop aanbood. In de beschrijving van de opjager aan de Prinsendijk werd vermeld dat deze op 235 m2 grond stond, een kelder onder het bebouwde oppervlak had en dat er nog een vat en enkele pompen aanwezig waren. Een eventuele aanvaarding van het object was vanaf medio 1995 in overleg mogelijk.

Uiteindelijk kwam de opjager in handen van een particulier, die als belangrijkste doel had het huisje voor het nageslacht te behouden. Plannen voor een nieuwe functie als tentoonstellingsruimte of een cafeetje in combinatie met een fiets- en wandelroute kregen geen bijval van de gemeente. Het feit dat het gebouw binnen de zogenaamde milieuzone van de Groenvoederdrogerij Timmerman aan de overzijde van de Kortgeenseweg valt was daar mede debet aan. Ook een in mei 1999 geplaatste advertentie van Boot Makelaars met de oproep ‘Wij zijn op zoek naar een enthousiast, creatief en ambitieus persoon, die een leuk plan heeft voor dit architectonisch, in het oog springend object’ mocht niet baten. Gelukkig komt de zomerse piekbelasting van het waterleidingnet het gebouw nu te hulp.

Opjaagstation aan de Prinsendijk te KortgeneBijna vijftig jaar geleden, op woensdag 31 augustus 1955, werd het ‘hart van de Noordbevelandse drinkwaterleiding’ aan de Prinsendijk officieel in gebruik gesteld. Met een druk op de knop stelde prof. dr. P. Muntendam, directeur-generaal van de Volksgezondheid, in een speciaal aangelegd en met bloemen versierd bassin naast het gebouw zeven fonteinen in werking. Zes kleine fonteinen symboliseerden de gemeenten op Noord-Beveland, en één grote fontein de NV Waterleiding Maatschappij ‘Zuid-Beveland’, het bedrijf dat met de ‘Rijkssubsdieregeling voor onrendabele gebieden’ ervoor zorgde dat het eiland als één van de laatste grotere regio’s in Zuidwest-Nederland van leidingwater werd voorzien.

Kort daarvoor waren de genodigden in De Korenbeurs in Kortgene toegesproken door diverse hoogwaardigheidsbekleders. Aanwezig waren onder andere de Commissaris der Koningin in Zeeland jhr. mr. A.F.C. de Casembroot, het bestuur van de NV Waterleiding Maatschappij ‘Zuid-Beveland’ en de colleges van Burgemeester en Wethouders van de Noordbevelandse gemeenten. Zij roemden de inspanningen van de directeur van de waterleidingmaatschappij, ir. M.J. Stoel Feuerstein, die het gehele stelsel ontworpen had. De Commissaris der Koningin verrichte symbolisch de officiële opening. Na de ingebruikstelling van de opjager aan de Prinsendijk werd bij Kats een in werking zijnde sleuvengraafmachine bekeken en in Kortgene een brandweerdemonstratie, waarbij de standpijpen uiteraard waren aangesloten op de nieuwe waterleiding. Sindsdien pompte het ‘centraal hydrofoorstation’ het gezuiverde drinkwater continu het distributienet in en voorzag het beschikbare water van een constante druk.

Bronnen:

Reacties zijn gesloten.