Dagblad De Stem brengt vandaag een artikel over het begin van de electriciteitsvoorziening in Zeeuws-Vlaanderen. In het artikel komt onder andere de inmiddels verdwenen ‘Centrale Westdorpe’ aan de orde, daterend uit 1923, die was gesitueerd aan de westzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen tussen Sluiskil/Stroodorpe en Driekwart.
Van deze centrale resteert alleen nog de eerste steen met de tekst:
De eerste steen van dit gebouw
is op 21 Maart 1922 gelegd door
Jhr. Mr. J.W. QUARLES van UFFORD
Commissaris der Koningin
De PZEM liet tussen 1921 en 1923 haar eerste electriciteitscentrale bouwen tussen Driekwart en Stroodorpe, ten zuiden van Sluiskil in de hoek van de Zandstraat met de Westkade aan de westzijde van het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Aanvankelijk was de naam ‘Centrale Zeeuwsch-Vlaanderen’ voorzien, maar al snel hanteerde de PZEM de naam ‘Centrale Westdorpe’, naar de gemeente waarin de centrale gelegen was, alhoewel het gelijknamige dorp op enige afstand aan de andere zijde van het kanaal lag.
De centrale en de ten noorden daarvan gelegen dubbele dienstwoning werden ontworpen door architect Abel Antoon Kok (1881-1951), een in Dordrecht geboren Amsterdammer. Hij ontwierp de centrale in sobere, kubistische stijl, een reactie op de uitbundige Jugendstil, die hij al eerder in Amsterdam had toegepast.
Het gebouw van de centrale werd neergezet door Pieter Leendert Buitendijk, aannemer te Heerlen (daarvoor te Goes), de generatoren, ketels en schakelinrichtingen werden geleverd door de Algemeine Elektrizitäts Gesellschaft (AEG) te Berlijn en het boven- en ondergrondse elektriciteitsnet werd aangelegd door de Hengelosche Machine Fabriek. Door de strenge winters van 1921-1922 kon de elektriciteitscentrale pas in 1923 worden geopend. Het spanningsnet bedroeg bovengronds 532,5 km en ondergronds 64 km. In 1954 werd de Centrale Zeeland te Vlissingen in gebruik genomen, bestemd voor de stroomvoorziening van geheel Zeeland. De Centrale Westdorpe was te klein en verouderd en werd in 1957 buiten gebruik gesteld.
In 1979 werd het gebouw verkocht aan het aannemingsbedrijf van de gebroeders Van de Hemel uit Biervliet, die het als opslagruimte gebruikten. De carnavalsverenigingen uit de regio bouwden in de hal hun praalwagens op. In het tussen 1988 en 1990 uitgevoerde Monumenten Inventarisatie Project (MIP), waarbij jonge Zeeuwse monumenten uit de periode 1850-1945 werden vastgelegd en gewaardeerd, kreeg het gebouw nog een positieve aanbeveling als een voor Zeeland zeldzaam voorbeeld van een sober kubistisch expressionisme. Kort daarop, in mei 1992, werd het gebouw gesloopt. De dubbele dienstwoning (Westkade 125) bleef gespaard.
Naast het terrein van de voormalige centrale heeft Delta nog steeds een 10, 50 en 150 kV schakelstation in gebruik. Op dit terrein ligt de eerste steen nu opgeslagen. In het artikel wordt gepleit om de steen, vervaardigd door de Middelburgse steenhouwer I. Rengut & Co, te behouden en in Westdorpe of het in oprichting zijnde Industrieel Museum Zeeland in Sas van Gent te bewaren.
Links:
- Artikel Van elektriciteitscentrale naar verdeelstation in de De Stem van dinsdag 25 november 2008
- B.I. Sens, Architectuur en stedebouw in Zeeland 1850-1945. Architectuur en stedebouw 1850-1940 nr 8 (Zwolle/Zeist 1993) 117
- A.F. Franken, Op stoom! Industrieel erfgoed in Zeeland (1850-1970). Cultuurhistorische Reeks Provincie Zeeland 13 (Middelburg 2004) 12-14, 94
- Zeeuws Archief, Beschrijving van de documenten betreffende de centrale Westdorpe in het archief van de PZEM (toegang 434)
- Stadsarchief Amsterdam, archief architect A.A. Kok (toegang 912)